Ga direct naar de hoofdinhoud van deze pagina.
05-11-2024

Vernieuwingsopgave civiele constructies is groot, maar hoe groot precies?

Nederland staat voor de taak om verouderde civiele infrastructuur te vernieuwen. Veel onderdelen, zoals wegen, bruggen, viaducten, sluizen en rioleringen, hebben hun technische levensduur bijna bereikt. Deze constructies zijn vaak intensiever gebruikt dan oorspronkelijk gepland, wat de noodzaak voor renovatie of vervanging vergroot. Het beheer ligt bij diverse partijen: Rijkswaterstaat, ProRail, 12 provincies, 342 gemeenten en 21 waterschappen. Samen beheren zij circa 141.000 km aan wegen, 5.700 km vaarwegen, 7.000 km spoor en duizenden civiele constructies zoals bruggen en tunnels. De totale waarde van deze infrastructuur bedraagt ongeveer 347 miljard euro. Voor een goed functionerend netwerk is zorgvuldige planning van de vernieuwingen essentieel, maar dit vereist actuele gegevens over bouwjaren en levensduur die vaak niet publiek beschikbaar zijn. TNO schat dat er tot 2100 ongeveer 260 miljard euro nodig is, maar wijst op de onzekerheden door ontbrekende data.                                                                 

De staat van de Nederlandse infrastructuur

Een groot deel van de infrastructuur, vooral gebouwd in de jaren zestig en zeventig, is inmiddels meer dan vijftig jaar oud. Belangrijke gegevens, zoals bouwjaren en onderhoudsgeschiedenis, ontbreken vaak, wat een effectieve planning bemoeilijkt. Deze informatie is verspreid over verschillende bronnen of alleen bekend bij individuele beheerders. De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) bevat weliswaar enige informatie, maar deze is vaak onvolledig of verouderd. Uit de meest recente prognose van TNO blijkt dat het bouwjaar van 552.000 van de 587.000 civiele constructies niet publiekelijk bekend is. Vooral bij kleinere (waterbouw) objecten is dit problematisch: slechts 4,4% van de damwanden, 3,4% van de steigers, 1,9% van de duikers, 0,7% van de gemalen en 0,4% van de stuwen heeft een bekend bouwjaar.

Uitdagingen bij prognoses

Een van de grootste uitdagingen bij de vernieuwing van civiele infrastructuur is het ontbreken van consistente gegevens. Veel prognoses bevatten onvoldoende informatie over bouwjaren, technische levensduur en kosten, wat het opstellen van betrouwbare langetermijnplanningen bemoeilijkt. De prognosehorizon varieert bovendien sterk, van minder dan 10 jaar tot meer dan 75 jaar, wat uniforme planning verder compliceert. Hoewel er sinds het eerste TNO-rapport in 2021 meer prognoses zijn opgesteld, blijft het aantal beperkt tot slechts 20. Dit is onvoldoende gezien het grote aantal beheerders in Nederland. Daarnaast hebben sommige gemeenten en provincies nog geen volledige of consistente gegevens aangeleverd. Deze tekortkomingen benadrukken de urgentie van een gestandaardiseerde en uniforme aanpak in het verzamelen en opstellen van prognoses. Zonder verbeteringen in datakwaliteit en methodologie zullen langetermijnplanningen suboptimaal blijven.

Landelijke kostenprognose

TNO heeft de kosten voor het vernieuwen van civiele constructies, rioleringen en wegfunderingen tot 2100 geschat. Bij objecten zonder bekende bouwjaren zijn de vernieuwingen gelijkmatig verdeeld op basis van de technische levensduur. De prognose is gebaseerd op het prijsniveau van begin 2023. Voor bepaalde onderdelen, zoals geluidsschermen en installaties, ontbreken data en deze zijn dan ook buiten beschouwing gebleven.

De kosten stijgen de komende decennia aanzienlijk (figuur 1). In 2021 bedroeg de vernieuwingsopgave ze 1,1 miljard euro per jaar, oplopend tot 2,4 miljard tussen 2021-2030 en 2,9 miljard in 2031-2040. Rond 2080 wordt een piek van 3,7 miljard verwacht. In het meest ongunstige scenario kunnen de jaarlijkse kosten tegen 2100 oplopen tot 6 miljard euro. Zelfs in het gunstigste scenario blijven de kosten rond de 2 miljard euro per jaar.

Figuur 1. Landelijke prognose voor civiele constructies, wegfundering, en riolering - inclusief onzekerheidsmarge (bron: TNO).

 

Verantwoordelijkheid beheerders

Gemeenten dragen de grootste verantwoordelijkheid voor de verwachte vernieuwingskosten. Ongeveer 55% van de totale kosten komt voor hun rekening in de periode 2021-2100 (figuur 2). Naar schatting zullen de jaarlijkse uitgaven van gemeenten stijgen van 1,32 miljard euro in de periode 2021-2030 naar 1,80 miljard euro tussen 2031 en 2050. Ter vergelijking: in 2021 bedroegen deze kosten slechts 0,53 miljard euro. De provincies zijn verantwoordelijk voor ongeveer 9% van de totale geraamde kosten en waterschappen voor 13%. De landelijke beheerders, Rijkswaterstaat en ProRail, zijn tot slot samen goed voor ongeveer 23% van de totale kosten. 

Figuur 2. Verdeling van de totaal geprognosticeerde kosten per beheerder (bron: TNO).

 

Waar ligt het probleem?

De hoogste kostenpost betreft de vernieuwing van civiele constructies (figuur 3). Deze kosten zullen naar verwachting stijgen van 1,5 miljard euro per jaar tot ongeveer 2,6 miljard euro in 2080. Na deze piek lijken de jaarlijkse kosten in de periode 2091-2100 iets te dalen, tot ongeveer 2,5 miljard euro. De kosten voor riolering en wegfunderingen blijven daarentegen relatief stabiel, variërend van een half miljard tot driekwart miljard euro per jaar.

Figuur 3. Prognose van de vernieuwingskosten uitgesplitst naar rioleringen, wegfundering en civiele constructies (bron: TNO).

 

Wanneer we verder inzoomen op civiele constructies (figuur 4), blijkt dat bruggen en viaducten de grootste vernieuwingsopgave vormen. Ze zijn samen goed voor 53% van de totale kosten. Duikers volgen met 23%, terwijl tunnels en onderdoorgangen verantwoordelijk zijn voor 12%. De resterende kosten zijn verdeeld over damwanden (6%), steigers (5%), gemalen (1%) en stuwen (minder dan 1%).

Figuur 4. Vernieuwingskosten civiele constructies, per soort (2021-2100) en in % van totale kosten (bron: Cobouw).

 

Aanbevelingen TNO

1. Vergroot het bewustzijn onder beheerders

De verwachte stijging van de jaarlijkse kosten onderstreept de urgentie van de vernieuwingsopgave. Gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor meer dan 80% van de civiele constructies, staan voor aanzienlijke financiële en organisatorische uitdagingen. Het is daarom cruciaal dat zij deze urgentie herkennen en maatregelen treffen. Ook andere beheerders, zoals provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat en ProRail, moeten hun langetermijnstrategie versterken om de opgave effectief te kunnen aanpakken.

2. Integreer langetermijnprognoses in het beleid

Een solide langetermijnplanning is essentieel voor het prioriteren van werkzaamheden, het toewijzen van budgetten en het treffen van de juiste maatregelen. Beheerders zouden prognoses moeten ontwikkelen met een horizon van minimaal 80 jaar. Deze prognoses moeten verder reiken dan enkel één-op-één vervangingen en ook renovaties, gedeeltelijke vervangingen en circulaire bouwmethoden omvatten. Zo kan de vernieuwingsopgave toekomstbestendig worden aangepakt.

3. Verbeter de kwaliteit van gegevens

Betrouwbare prognoses vereisen toegang tot consistente en volledige gegevens. Beheerders moeten werken met centrale databases waarin informatie over bouwjaren, technische levensduur en kostenkengetallen is opgenomen. Dit verhoogt niet alleen de kwaliteit van interne analyses, maar maakt ook landelijke vergelijkingen en beleidsvorming effectiever.

4. Stimuleer samenwerking tussen beheerders

De huidige versnippering van verantwoordelijkheden tussen gemeenten, provincies, waterschappen en landelijke instanties vraagt om nauwere samenwerking. Een gecoördineerde aanpak, ondersteund door duidelijke communicatiekanalen en gezamenlijke strategieën, is noodzakelijk om de vernieuwingsopgave efficiënt aan te pakken. Nationale coördinatie, bijvoorbeeld via werkgroepen of een kenniscentrum, kan hierbij een ondersteunende rol spelen door expertise te bundelen en synergie te creëren.

5. Zet in op innovatie voor duurzaamheid en efficiëntie

 Innovatieve oplossingen zijn essentieel om zowel de kosten te beperken als de duurzaamheid te verbeteren. Zo kan het gebruik van duurzame materialen, zoals circulair hergebruik en modulaire constructies, de milieubelasting aanzienlijk verminderen. Nieuwe technieken voor onderhoud en versterking bieden bovendien mogelijkheden om de levensduur van bestaande infrastructuur te verlengen. Voor een efficiëntere aanpak zijn programmatische en seriematige renovaties onmisbaar, waarmee schaalvoordelen kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast kan het aanpassen van het gebruik, bijvoorbeeld door gewichtsbeperkingen of het herzien van functies, bijdragen aan een langere levensduur en een beter beheersbare vernieuwingsopgave.

6. Richt een landelijk vernieuwingsfonds op

Voor een gestroomlijnde financiering van de vernieuwingsopgave wordt de oprichting van een vernieuwingsfonds aanbevolen, naar voorbeeld van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit fonds kan gemeenten en andere beheerders ondersteunen bij de financiering van noodzakelijke vernieuwingen en tegelijkertijd innovatie bevorderen.

Conclusie 

De vernieuwing van de Nederlandse civiele infrastructuur is een enorme uitdaging, zowel financieel als organisatorisch. Zonder betrouwbare gegevens en langetermijnprognoses blijft de planning onvoldoende, terwijl de kosten de komende decennia flink zullen stijgen. TNO wijst op het belang van bewustwording, samenwerking en innovatie, ondersteund door een landelijk vernieuwingsfonds. Door deze maatregelen samen te brengen, kunnen beheerders de vernieuwingsopgave beter beheersen en tegelijkertijd zorgen voor een toekomstbestendige infrastructuur.

 

 

 

 

MEER INTERESSANTE ARTIKELEN

5 tips om een aanbesteding te winnen

18-08-20211 min. leestijd

Lees hier 5 handige tips om de eerstvolgende aanbesteding te winnen!

Archeologische vondsten bij projecten

05-11-20212 min. leestijd

Wat komt er zoal kijken bij een bodemonderzoek? De kans op archeologische vondsten hangt namelijk af van gebied tot gebied.

Van Boom tot Brug: Het Gebruik van Hout bij Infraprojecten

12-03-20245 min. leestijd

In een tijdperk waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt, staat de GWW-sector voor de uitdaging om milieuvriendelijke materialen te integreren in haar projecten. Hout, als hernieuwbaar en herbruikbaar materiaal, biedt mogelijk een oplossing.
multiple hp
Wordt automatisch op de hoogte gehouden van nieuwe artikelen!
fields hp
make hp
it hp
harder hp
to hp
spam hp